Hoe krijgen we 6.000 woningen per maand van het gas?

In samenwerking met Stedin hebben twaalf tweedejaars mbo studenten Middenkader Engineering Electrotechniek van mboRijnland uit Leiden de afgelopen periode kennis gemaakt met de energietransitie vanuit de rol van de netbeheerder. Afgelopen vrijdag lieten zij in een eindpresentatie zien wat ze allemaal hadden geleerd. En dat was best veel, zo bleek.

De studenten hebben vooral veel veldwerk gedaan in de wijk Palenstein in Zoetermeer, maar ook in Delft en bij het nieuwe station Zoetermeer/Lansingerland. Juist dat werkte inspirerend, vertelde één van de studenten. “In plaats van in een klaslokaal, waren we vooral veel buiten.” De studenten kregen uitleg over het net van de toekomst en het proces van ombouwen van bestaande gaswoningen naar gasloze all electric woningen. Het doel was om een beter beeld te krijgen wat er allemaal bij de energietransitie komt kijken vanuit de netbeheerder.

Hoe schaal je op?
Stedin, netbeheerder voor gas en elektriciteit in Zuid-Holland, Utrecht, regio Amstelland, Kennemerland en Noordoost Friesland, had ook een concrete vraag: wat kunnen we beter, sneller of efficiënter doen om meer woningen te kunnen ombouwen. Stedin heeft 2,2 miljoen aansluitingen. Als die allemaal voor 2050 van het gas gehaald moeten worden, zouden dat 6.000 woningen per maand zijn. Dat zijn er nu slechts enkele tientallen. Dus hoe schaal je op?

Bestaande gasnet benutten
Hier zijn de studenten mee aan de slag gegaan en presenteerden vorige week hun bevindingen. Dat gebeurde met veel enthousiasme. Ze adviseerden om in te zetten op waterstof en zo het bestaande gasnet te benutten. Ook zagen ze veel in opwekking van energie op wijkniveau met een centrale opslag per wijk van de eigen opgewekte energie. Vooral het feit dat ze zelf een oplossing mochten bedenken voor een probleem, dus dat ze hun eigen creativiteit moesten aanboren, vonden ze van grote toegevoegde waarde. Een van de student verklaarde eerlijk in zijn presentatie dat hij de eerste lessen had gemist omdat zijn medestudenten hadden aangegeven dat het saai was. “Dat vind ik nu jammer, want uiteindelijk was het een super leuk project en heel interessant.”

De docenten, maar ook Stedin waren enthousiast over deze nieuwe manier van leren en willen dit graag herhalen volgend jaar.